Deelprogramma Werk en Inkomen

Besluit bijstandverlening zelfstandigen (neutraal)

De Bbz-regeling is in 2018 landelijk geëvalueerd met het gevolg dat vanaf 2020 enkele wijzigingen in de wet zijn doorgevoerd. Deze aanpassing heeft met name betrekking op de financieringssystematiek tussen Rijk en gemeenten. De nieuwe regeling kent een andere financieringsstroom. Vanaf 2020 worden de Advieskosten (levensvatbaarheidsonderzoeken ad. € 9.000) gecompenseerd binnen de inkomsten van het gemeentefonds. De kosten voor de verstrekkingen (ad. € 45.000) worden gecompenseerd binnen de gebundelde uitkering voor de bekostiging van de bijstand (BUIG).

Het Rijk wil hiermee een administratieve lastenverlichting realiseren. Daarnaast wil het Rijk een financiële prikkel neerleggen bij gemeenten. Een eventuele afwijking (zowel positief als negatief) komt hiermee immers voor rekening van de gemeenten. Om invulling te geven aan deze nieuwe wettelijke financieringsvorm wordt voorgesteld om zoals beoogd de inkomsten binnen de BUIG (€ 45.000) en de Algemene uitkering (€ 9.000) hiervoor in te zetten.

Bijstand en Gebundelde uitkering (BUIG) € 231.000 nadeel (S)

De gemeente ontvangt van het Rijk een gebundelde uitkering (BUIG) voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (levensonderhoud ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie. Eind 2019 werd bekend gemaakt dat deze uitkering in 2020 wordt verlaagd (ad. € 71.000). De verwachting is dat de BUIG mogelijk in de loop van het jaar nog verder naar beneden bijgesteld gaat worden. Voor het eerst sinds dit jaar moet een deel van de inkomsten uit de BUIG worden ingezet ter dekking van de nieuwe financieringsmethodiek omtrent het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen (Bbz) (ad. € 45.000).

Daarnaast zien we dat het uitkeringsbestand stabiliseert. De verwachting is dan ook dat de uitgaven gelijk zullen zijn aan het niveau van 2019, waarbij een indexatie van de bijstandsbedragen is toegepast (ad. € 115.000).

Opmerkt moet worden dat, gelet op het huidige economische klimaat en de te verwachten gevolgen van onder andere de coronacrisis dit nog onzeker is, waardoor het risico aanwezig is dat er een tekort ontstaat op het huidige budget. De coronamaatregelen zullen waarschijnlijk ook in 2021 nog effecten hebben op het gehele programma werk en inkomen.

Gevolgen Corona programma werk & inkomen

In maart 2020 werden alle inwoners van Nederland geconfronteerd met door de regering opgelegde maatregelen om de opmars van het COVID-19 virus tegen te gaan. Maatregelen die grote (financiële) gevolgen zullen hebben op alle levensgebieden. Op het moment van schrijven van deze Turap zijn deze maatregelen nog volop van kracht en valt er nog niet veel te zeggen over het verloop of een termijn van beëindiging.

Vooralsnog kunnen we uitgaan van een scenario waarin de economische groei van de afgelopen jaren wordt teruggebracht tot waarschijnlijk een recessie. Dit houdt in dat we met name op het terrein van werk en inkomen extra instroom kunnen verwachten van werkzoekenden wat (financiële) gevolgen heeft voor de bijstand, de bijzondere bijstand, de armoederegelingen en schuldhulpverlening.

Vanuit de regering zijn er noodmaatregelen getroffen voor economie en banen. Dit betreft landelijke regelingen en een tijdelijke ondersteuningsregeling voor zelfstandig ondernemers (TOZO), die voor de uitvoering bij de gemeente is neergelegd. Deze regeling is een vereenvoudiging/aanvulling op de Bbz en voorziet tijdelijk in een financiële bijdrage voor levensonderhoud en bedrijfskapitaal. De gemeente ontvangt naar verwachting voor de uitvoering van deze regeling een compensatie voor zowel de uitgaven als de inzet van extra personeel.

Stel uw document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf